Het is een tijdreis in de wereld van de stoffenindustrie. In 1961 sloot fabrikant Kurt Müller de deuren van zijn textielfabriek in de Eifel, in de hoop deze snel weer te kunnen openen. Deze hoop ging niet in vervulling, maar vandaag de dag kunnen bezoekers een unieke rondleiding maken door een fabriek waar jarenlang robuuste wolstoffen en loden stoffen werden geproduceerd. Ze duiken in de wereld van het verven en weven en ervaren hoe enkele machines tijdens een rondleiding weer tot leven komen en hoe de mensen hier vroeger werkten.
Bij een deur staat met krijt een recept voor een kleurstofoplossing, een oude koffiepot staat te wachten op zijn eigenaar, stapels handgeschreven briefjes liggen kleurrijk door elkaar op een tafel – je krijgt de indruk dat de arbeiders in de weverij Müller even kort zijn verdwenen en zo weer door de deur komen om verder te spinnen en te weven. In werkelijkheid sloot de weverij Müller in 1961 haar deuren, de fabriek viel in een slaap van Doornroosje. Fabrikant Kurt Müller hoopte zijn machines voor de stofproductie weer aan de praat te krijgen, maar die hoop werd niet vervuld – voor de bezoekers van het LVR-Industriemuseum is dit een gelukkige toevalligheid, want zij krijgen een ongebruikelijk kijkje in de stofproductie.
Het LVR-Industriemuseum / weverij Müller is alleen te bezichtigen in het kader van rondleidingen, die regelmatig plaatsvinden. Het is een kleine reis naar het recentere verleden, toen de stofproductie in Euskirchen een belangrijke bedrijfstak was. De machines en gereedschappen zijn nog steeds daar waar ze ooit geïnstalleerd en neergelegd zijn. De gidsen vertellen over de techniek van de machines, over het verven en het spinnen van garen. En dan beginnen de weefgetouwen te werken. De weefspoelen razen heen en weer en van losse wol wordt fijn weefsel gemaakt.
Films, kleine installaties en modellen verduidelijken de fascinerende fabriekwereld, zij vertellen over het werk, de hitte en de stoom in de ververij. De weverij Müller staat exemplarisch voor de bloei en het verval van de Rijnlandse wolweefindustrie. Eind jaren 50 kwam de weverij – net als veel andere kleine wolwevers – onder druk van concurrentie. Italiaanse producenten leverden goedkopere goederen van afgedankte wol, in 1961 moest het bedrijf sluiten.
In de entreehal zijn wisselende tentoonstellingen te zien, er zijn meedoen-activiteiten voor kinderen en regelmatig "stoomzondagen", waarop de stoommachine uit 1903 in werking wordt gesteld.