Voor het eerst genoemd in 1259, laten archeologische opgravingsvondsten vermoeden dat hier in de 11de/12de eeuw een motte bestond: een torenheuvelburcht, een houten wachttoren op een opgeworpen heuvel – omgeven door een watergracht.
Voor het eerst genoemd in 1259, wijzen archeologische opgravingen erop dat hier in de 11e/12e eeuw een motte bestond: een torenburg op een opgehoogde heuvel – omgeven door een watergracht. In 1755 in burgerlijke handen gekomen, werd het in 2001 verworven door de Landschaftsverband Rheinland, dat een gastenhuis oprichtte en de voormalige textielfabriek Müller heropende als industrieel museum, waar men alles aantreft zoals op de laatste werkdag in 1961. Spinmachines, weefgetouwen en zelfs de stoommachine draaien en demonstreren de textielproductie van toen.
Brontekst (Wasserburgen-Route - De hoogtepunten van de tour (die-wasserburgen-route.de))