In 1903 was de lijn Bergneustadt-Olpe het laatste deel van een spoorverbinding van Zuid-Westfalen naar Keulen in het Rijnland. Om dit te doen, moest de waterscheiding tussen Bigge en Agger worden overwonnen, of beter nog ondermijnd, met een 724 m lange tunnel 50 m onder het dorp Wegeringhausen.
Meer dan 15.000 m³ steen werd van de berg verwijderd en geïnstalleerd aan beide zijden van de spoorlijn en op de plaats van het treinstation van Hützemert.
Het tunnelgewelf is extreem dik. Een gewelfdikte van een halve meter was destijds gepland. Maar uiteindelijk werd het een hele meter. Hierdoor schoten de bouwkosten echter omhoog. De geplande 753.000 "Reichsmark" werd meer dan een miljoen. Een plotselinge prijsstijging van een bouwproject is geen fenomeen van onze tijd. Maar het kostenintensieve en buitengewoon stabiele ontwerp had een voordeel: de tunnel verkeert vandaag nog in prima staat.
In deze tijd waren er veel Italiaanse arbeidsmigranten nodig om de tunnel te bouwen, van wie sommigen hun liefde voor Drolshagen ontdekten en bleven. Zo komt het ook voor dat als je in een telefoonboek van Drolshagen kijkt, je enkele Italiaanse namen aantreft, zoals de familie Tomasetti, die zich met recht “al lang gevestigde waarden” mag noemen.
In 1993 ging de laatste trein door de tunnel, met 724 meter de langste fietspadtunnel van Westfalen en het Rijnland (in Duitsland is slechts een tunnel in de Rhön nog langer).
De tunnel is jaarlijks gesloten van november tot half april. Dan overwinteren zeldzame beschermde vleermuissoorten daar.
De Agger-Bigge-Runde en de "Bergische Panoramaradweg", die bij Olpe samenkomt met de Ruhr-Sieg-Radweg, lopen door de "Wegeringhauser Tunnel", die nu een monument is. Hierdoor ontstaat zelfs een verbinding met de "RuhrtalRadweg". Voor fietsers is dit een unieke ontwikkeling van het Bergische Land, het Sauerland en het Siegerland.